(Inclusief) onderwijs in Spanje

Wanneer je een Spaanse school binnenstapt valt onmiddellijk op hoeveel ruimte er is. De oude gebouwen zijn spik en span en de nieuwe gebouwen zijn fris, licht en van alle moderne gemakken voorzien. Er heerst rust in de gangen en in klassen zie je rijen tafels met kinderen.

Buiten valt op dat er veel ruimte is voor sport en spel. Basketbal en voetbal maar ook tafeltennis zijn sportactiviteiten die op ieder schoolplein terug te vinden zijn. Het onderwijs is vastgesteld d.m.v. een nationaal curriculum. Voor jonge kinderen is er voorschoolse educatie. Op veel plekken gaan kinderen vanaf 3 jaar naar school. Je zou kunnen zeggen dat er in Spanje sprake is van IKC’s (integrale kind centra) waar zowel kinderopvang/peuterspeelzaal en onderwijs in een gebouw zitten.

 

                     Buitenspeelruimte van de VO-school Roca Grossa Instituto

School in de wijk.

Daar waar in Nederland de school een belangrijke wijkfunctie kent zijn de scholen in Spanje omheind door hoge hekken en/of muren. Bij navraag wordt er zowel door leerkrachten, directie en mensen op straat aangegeven dat deze hekken er staan vanwege het voetballen. Spanje is een voetballand, BARCELONA roepen ze dan blij.

Het klinkt mij niet alleen vreemd in de oren ik realiseer me ook dat het gegeven school in de wijk hier geen enkele rol speelt. Kinderen kunnen geen gebruik maken van de speelopties op het schoolplein wanneer de school gesloten is. Ik heb ook geen scholen ontdekt die naschoolse activiteiten aanbieden waarmee de school zich op een andere manier een plek binnen de wijk zou verwerven.

Navraag leert dat scholen wel kunnen worden gebruikt voor activiteiten. Binnen het voortgezet onderwijs is het lesrooster zonder siësta ingericht. Dat betekent dat de leerlingen eerder vrij zijn van veel ouders. Na school zijn er dan ook veel activiteiten voor leerlingen buiten de school. Leerlingen die daar niet aan mee doen zijn veel al alleen thuis. Dit wordt benoemd als een aandachtspunt binnen de opvoeding in Spanje.

Beelden van schoolpleinen

Exclusie binnen inclusie….

In Spanje is inclusief onderwijs de norm. Bij goed kijken en navragen valt op dat de mate van inclusie sterk verschilt. Om inzicht te krijgen in de regelgeving heb ik een gesprek gevoerd met de psycholoog van een zogenaamde USEE-school. Dit staat voor Unitat de Suport d’Education Especial. Om in Spanje gebruik te kunnen maken van een speciaal onderwijsaanbod moet er een medische aanleiding zijn. Deze wordt aangetoond middels een medische verklaring van een arts. Op de scholen die ik heb gezien (o.a. Escola Angels Alemany) komt het neer op 10 kinderen per school die speciale ondersteuning krijgen. Jaarlijks wordt dit aanbod geëvalueerd door een team van specialisten waar ook de psycholoog die ik sprak deel van uitmaakt. De kinderen volgen de hoofdvakken taal en rekenen in deze speciale klas en stromen daarna weer terug naar hun eigen klas om daar de andere vakken te volgen. Door deze aanpak is het voor kinderen volkomen normaal dat er verschil is tussen kinderen. Dit is zo op de lagere school. Op de middelbare school is de aanpak gelijk echter de beeldvorming van kinderen onder elkaar en de tolerantie zien er anders uit en vraagt om alertheid van de docenten. Ook roept het veel vragen op. Daarover later meer. Eerst even terug naar het systeem.

Wanneer een kind een medische verklaring heeft is het direct toelaatbaar in de speciale klas. De verklaring wordt toegekend wanneer er sprake is van een beneden gemiddelde intelligentie. Dus kinderen met een normale intelligentie en bijvoorbeeld autisme hebben geen recht op deze speciale klas. Deze klas kent een financiering van uit de overheid maar ook vanuit de gemeente. Deze laatste extra impuls maakt mogelijk dat er met meer mensen in de klas kan worden gewerkt. In deze klassen werkt een leerkracht die zich afhankelijk van de bijdrage van de gemeente en de extra zorg vraag ondersteund weet door 3 onderwijsassistenten. Hierdoor is het mogelijk ieder kind op zijn of haar eigen niveau de hoofdvakken aan te bieden.

Extra ondersteuning zonder medische verklaring.

Wanneer kinderen geen medische verklaring hebben maar wel een specifieke onderwijs- behoefte, door bijvoorbeeld dyslexie of autisme, kan er gebruik worden gemaakt van een speciale docent die iedere school heeft. Deze docent werkt met de kinderen of schrijft een programma dat wordt uitgevoerd door een assistent die voor een aantal uren per dag aan het kind wordt toegewezen. Dit zijn een beperkt aantal uren; de rest van de tijd doet de docent het alleen. De assistent wordt toegevoegd op basis van het aantal leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte. Dit kan dus steeds wisselen. Of kinderen recht hebben op deze ondersteuning wordt bekeken door een multidisciplinair team. Iedere school heeft een logopedist en een speciale leerkracht. Deze kunnen indien nodig hulp inroepen van andere professionals zoals een psycholoog. De USEE-scholen hebben zelf een psycholoog. De extra ondersteuning in de klas heb ik op alle scholen teruggezien. Leerkrachten en ouders zijn hier erg tevreden over.

Onderwijs “gratis”

Alle kinderen in Spanje hebben net als in Nederland recht op gratis onderwijs. Dit onderwijs, betaald door de overheid, heeft een “openbaar” karakter. Onderwijs staat los van geloofsovertuiging. Ouders kunnen wel kiezen voor een andere vorm van onderwijs echter dit zijn dan vaak geheel of gedeeltelijk particuliere scholen. Ik ben op een katholieke school geweest waar ze van 1 tot en met 16 jaar “gratis” onderwijs aanboden en de laatste twee jaar, de voorbereiding op de universiteit particulier zijn.

Het onderwijs is dan wel “gratis”, echter de boeken en schriften moeten kinderen zelf betalen. Wel zijn er potjes en fondsen voor de mensen die dit niet kunnen. Op veel basisscholen zie je nog het schooluniform.

Wanneer kinderen meer ondersteuning nodig hebben dan de boven beschreven opties kunnen ze gebruik maken van vormen van speciaal onderwijs. Dit kan alleen wanneer er een medische reden is. De overheid betaalt het vervoer en organiseert de lunch voor deze kinderen. Ook de boeken en schoolspullen zijn op die scholen gratis. Omdat hier relatief heel weinig kinderen naar toe gaan kent lang niet iedere stad een dergelijke school. Voor de kinderen uit Lloret de Mar betekent dit dat ze naar Gerona moeten. Daar zit de dichtstbijzijnde gespecialiseerde school voor dove en doofstomme leerlingen. In Blanes zit nog wel een school voor speciaal onderwijs. Daar zijn echter meer ondersteuningsvragen door elkaar te vinden. Deze school wordt vooral bezocht door kinderen die naar de middelbare school gaan.

Speelruimte buiten de lokalen van Escola Angels Alemany

Het voortgezet onderwijs.

De middelbare school kent in principe hetzelfde systeem als de lagere school. Ik bezocht het Roca Grossa Instituto in Lloret de Mar. Een zogenaamde USEE-school. Hier hebben ze ook een klas van gemiddeld 10 kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte die gedurende een aantal uren extra ondersteuning krijgen. Daarnaast hebben ze een klas voor kinderen die geen Catalaans of Spaans spreken. Zij krijgen gedurende een aantal uur per week extra taalles en er is een klas voor kinderen die minder gemotiveerd is. Het gaat om kinderen die niet binnen het systeem passen of kinderen die tijdelijk daar komen omdat ze zich niet gedragen. Ook dit gaat om een kleine groep kinderen en is in principe tijdelijk van aard. De acceptatie van verschillen als insteek voor inclusie lukt binnen de basisschool heel aardig. Binnen het middelbaar onderwijs is dit een stuk lastiger. Dan gaan dingen als aansluiting, eigen identiteit ontwikkelen en onderscheidend vermogen een rol spelen. Dit is ook passend bij de pubertijd. Het levert dan ook de kritische vraag op is het goed voor de kinderen wanneer ze juist in deze identiteitsfase extra opvallen omdat ze anders zijn? Wat levert het op wanneer je wel lessen volgt maar uiteindelijk niet het certificaat haalt en al je klasgenoten wel? Jij hebt toch ook heel hard je best gedaan! Wanneer het perspectief is dat een diploma met uitzicht op goede uitstroom niet haalbaar is verwijst de school door naar de speciale school in Blanes. Daar krijgen kinderen meer praktisch gericht onderwijs met als doel zelfstandig te kunnen functioneren.

In de USEE-klas van het Roca Grossa Instituto ontvang je bij binnenkomst excuus voor de chaos en het lawaai met als excuus dat er in ieder geval geleerd wordt;)

Overwegingen.

Het is waardevol om te zien dat de vragen die inclusief onderwijs oproepen universeel zijn. De grondhouding dat het beter is kinderen van jongs af aan te leren dat er verschillen zijn tussen mensen levert op dat het normaler wordt gevonden in ieder geval binnen het basisonderwijs. Binnen het voortgezet onderwijs gaat het niet over het afwijken maar lijkt het vooral te gaan over de ontwikkelingsfase in combinatie met de afwijking. Uiteindelijk levert het jong leren dat er verschillen zijn, je daartoe verhouden en ermee omgaan, een bredere kijk op de wereld en het mens zijn op. De acceptatie is daardoor uiteindelijk groter. Dit is een proces dat jaren kost. Je ziet in Spanje discussies die niet veel afwijken van die in Nederland. Ouders die echt iets anders willen dan de inclusie kiezen voor particulier onderwijs en zijn niet alleen bereid daarvoor te betalen maar ook bereid daarvoor te reizen. Het particuliere onderwijs kost in Spanje al gauw 1000 euro per maand. En zoals een aantal docenten en directies vertelden; uiteindelijk kopen ouders daar het toegangsticket naar de universiteit. Hier ligt dan ook een belangrijk aandachtspunt waar het gaat om de kwaliteit. Dit levert de actuele discussie op of de bereikbaarheid van de universiteit voor iedereen houdbaar is. De overheid is bezig met een nieuwe wet hiervoor. Dit vertellen de mensen met een knipoog en in de wetenschap dat de regering iedere 2 jaar anders is en de afgelopen jaren door de crisis alleen maar heeft bezuinigd op onderwijs.

Ruimte voor de geest.

Wat ik erg leuk vond om te zien was dat er geen bel gaat in de scholen. Iedere wisseling van de les, de start en het eind worden ingeluid door een muzikant. Iedere week staat er een andere artiest centraal. Tijdens mijn bezoek was het op een van de scholen Bob Dylan week. Zolang de muziek klinkt kan er worden gelopen en gewisseld. Zodra de muziek stopt wordt iedereen geacht in zijn/haar klas te zitten. Wanneer de pauze is afgelopen is er een moment van rust in alle klassen dat wordt begeleid met “reiki” meditatie muziek. Alle kinderen zijn dan 5 minuten stil en zo ontstaat er rust in de klassen.

Meditatie maar ook massage-achtige activiteiten lijken een duidelijke plek te hebben binnen het onderwijs. Zelfs in de VVE-klassen (vanaf 3 jaar) krijgen kinderen technieken aangeleerd om elkaar te masseren.

De actualiteit.

Een andere actuele discussie is de lengte van de schooldag. De siësta is nog alom vertegenwoordigd in het onderwijs. Toch zijn er steeds meer stemmen vooral onder leerkrachten die zeggen dat dit niet meer past bij deze tijd en bij de kennis die we hebben over het leren van kinderen. Nu is het ritme op veel basisscholen dat kinderen van 8.30/ 9.00 uur tot 12.30/13.00 uur naar school gaan en van 15.00 uur tot 16.30 uur.

In de tussentijd kunnen kinderen naar huis en ze kunnen gebruik maken van de maaltijd op school. Dit is de keus van ouders. De mate waarin ouders gebruik maken van de maaltijd op school is sterk afhankelijk van de wijk waar de school staat. Het veranderen van het systeem heeft veel haken en ogen. Omdat de Siësta ook voor werkende ouders in hun dagprogramma zit zijn er net als in Nederland opvang vragen na schooltijd. Veel middelbare scholen hebben inmiddels de Siësta afgeschaft en daar werken ze in een rooster van 2 uur les 20 minuten pauze 2 uur les 20 minuten pauze en 2 uur les. Daarna kunnen kinderen buitenschoolse activiteiten volgen als sport en muziek. Dit is vooral bedoeld om te voorkomen dat kinderen allen thuis zijn en op straat hangen. Men zoekt naar oplossingen en discussieert, maar heeft nog geen passend antwoord gevonden.

De laatste actuele discussie die ik jullie niet wil onthouden is de discussie over de wijk waar de school staat en de vermeende kwaliteit. Alhoewel kinderen in Spanje in hun eigen district naar school moeten lijkt er ook hier sprake te zijn van het probleem “zwarte” en “witte” scholen. In de Costa Brave kent men veel verschillende nationaliteiten die naar de uitdagingen in de taal ook een uitdaging in de integratie opleveren. Hoe hard men ook werkt aan ondersteuning van het individuele kind en aan vormgeven van inclusie, een zekere mate van exclusie lijkt eerder een maatschappelijke uiting van de behoefte te behoren tot een bepaalde klasse dan een probleem dat af te regelen valt binnen verdragen.

Is dat dan een reden om geen inclusie na te streven? Nee! Wat mij betreft is het van wezenlijke waarde dat we op basis van respect en gelijkwaardigheid met elkaar om leren gaan. Hoe jonger je dit leert hoe beter dat is. Wel geloof ik dat inclusie een proces is waarbij je eerst en bovenal een keuze maakt met het hart vanuit de overtuiging dat inclusie de norm zou moeten zijn. Dit vraagt eerst om investering in tijd en geld.

Het is goed ons te realiseren dat reeds in juni 1994 het Salamanca Statement werd ondertekend door Europa en onze Minister van Onderwijs destijds Minister J. Ritzen. Het meest gezaghebbende document op onderwijsgebied dat wereldwijd werd vastgesteld. In de kern komt het erop neer dat hierin het principe van inclusief onderwijs een wettelijke verplichting is tenzij er dringende redenen zijn het in individuele gevallen niet te doen.

 

Marjolein Triest, oktober 2016 voor Stapwerk met dank aan Maurits van Hout, fotografie